Doek valt definitief voor biogascentrale Bunschoten

In juni vorig jaar trok de provincie de vergunning van de centrale in. Ook de lopende aanvraag voor ingebruikname van een waterzuiveringsinstallatie werd niet gehonoreerd. Eigenaren A. van de Groep & Zonen kregen zes weken om de activiteiten te stoppen, waarop er beroep werd aangetekend.

Reden voor het intrekken van de omgevingsvergunning was de verdenking van grote mestfraude. Het bedrijf verkoopt volgens het OM de reststof digestaat tegen de voorschriften in als mest aan boeren in het buitenland. Digestaat is de stof die overblijft na de verbranding van visafval in de ovens. Van de Groep & Zonen zou papieren en vergunningen hebben vervalst om het restproduct als meststof te kunnen slijten.

Eind vorig jaar oordeelde de rechtbank dat de provincie het intrekken en weigeren van de vergunningen onvoldoende gemotiveerd had, maar dat gebrek is inmiddels hersteld. De rechtbank vindt dat de  belangenafweging nu goed onderbouwd is en dat de provincie het algemeen maatschappelijk belang zwaarder mag laten wegen dan het bedrijfsbelang. „Uit de motivering blijkt dat de provincie oog heeft gehad voor de vergaande consequenties van haar besluit. Het intrekken van de vergunningen houdt immers in dat het bedrijf haar activiteiten moet staken. De provincie heeft dit zorgvuldig afgewogen, inclusief de gevolgen voor de werknemers, afnemers en leveranciers van het bedrijf.”