Marcouch over ferm ingrijpen bunkerfeest: ‘Noodzakelijk vanwege grote gezondheidsrisico’s’

In de ochtend van 1 januari rukte de Arnhemse politie massaal uit om een illegaal feest in een bunker aan de Otterloseweg in het buitengebied van Arnhem te beëindigen. Op het feest waren zeker zeventig bezoekers aanwezig. Volgens de politie was er sprake van een zeer gevaarlijke situatie in de bunker, door een hoog gehalte koolmonoxide in de gebarricadeerde ruimte.

De Mobiele Eenheid werd ingezet om de ontruiming ordelijk te laten verlopen, maar tijdens die ontruiming werd verzet gepleegd en werden stenen naar de politiemensen gegooid. Daarbij raakten vijf politieagenten gewond. Twee van hen moesten medisch behandeld worden. De twee zijn voor langere tijd niet inzetbaar.

Uiteindelijk werden vier feestgangers opgepakt, waarvan er nog één in hechtenis is. In de dagen na het feest roerden de bezoekers zich. De politie zou bij de beëindiging van het feest buitensporig geweld hebben gebruikt. Op facebook werd opgeroepen beelden van de politieactie te verzamelen, zodat het kon worden gebruikt als bewijslast tegen de politie. Ook de advocaten van de opgepakte feestvierders trokken het optreden van de politieagenten in twijfel.

De politie doet momenteel onderzoek naar de toedracht rondom de beëindiging van het feest.

In een brief aan de Arnhemse gemeenteraad heeft burgemeester Marcouch zaterdag de gang van zaken rondom de beëindiging van het feest uit de doeken gedaan. Daarin schrijft hij dat hij in de vroege nieuwjaarsochtend door de politie werd geïnformeerd over ‘een illegaal feest met op dat moment om en nabij de 150 bezoekers’. Dat bleken er later dus ‘slechts’ 70 te zijn.

Marchouch benoemt dat uit de informatie die hij ontving bleek dat er grote vrees was voor de verspreiding van het coronavirus ‘aangezien de aanwezigen dansend werden aangetroffen, in de betreffende ruimte geen afstand van elkaar werd gehouden en de coronaregels niet in acht werden genomen’.

Vanwege de grote gezondheidsrisico's achtte Marcouch onmiddellijk ingrijpen noodzakelijk. Daarop vaardigde Marcouch een bevel uit: iedereen moest het besloten terrein van de bunker verlaten. Het bevel werd op locatie mondeling en herhaaldelijk bekend gemaakt door de politie, waarna het direct inging en tot 10 uur 's ochtends geldig was. Volgens Marcouch diende zijn bevel een algemeen belang: het beschermen van de volksgezondheid.

Hij rechtvaardigt het inzetten van de politie en ME met de Wet publieke gezondheid. Die wet maakt het mogelijk om bevelen te geven om activiteiten, zoals het bunkerfeest, te beëindigen ‘indien er sprake is van een ernstige vrees voor onmiddellijke verspreiding van COVID-19'. 

Het geweld dat tegen de politie werd gebruikt door de de feestgangers, die door de burgemeester eerder ‘anarchistisch en asociaal tuig’ werden genoemd, noemt Marcouch in de brief ‘te allen tijde onnacceptabel’.