Burgemeester Eindhoven gaat niet in beroep in zaak 'haatpredikers'

Jorritsma's voorganger Van Gijzel verbood destijds de komst van de omstreden islamitische sprekers, uit vrees voor verstoring van de openbare orde. Van Gijzel kwam tot zijn besluit na raadpleging van de Nationaal Coördinator Veiligheid en Terrorisme. Die screende eerdere uitspraken van het zevental en stuitte onder meer op antisemitisme, anti-vrouwenrechten, anti-homoseksualiteit, haat tegen ongelovigen, het verheerlijken van gewelddadige jihadstrijd en martelaarschap, het bagatelliseren van terrorisme. 

De rechtbank oordeelde eind vorige maand dat Van Gijzel 'op ontoelaatbare wijze inbreuk' had gemaakt op het grondrecht op vergadering en betoging. Hij was niet bevoegd de komst van de zeven predikers naar Eindhoven te verbieden.

Burgemeester Jorritsma heeft na overleg met minister Stef Blok (Veiligheid en Justitie) besloten niet in hoger beroep te gaan. ,,De kans is klein dat de Raad van State iets anders zal vinden'', concludeert de burgemeester.

Door de uitspraak van de rechter worden de mogelijkheden van gemeenten om bijeenkomsten met ongewenste buitenlandse sprekers te verbieden ernstig beperkt. Via een visumweigering kan de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) nog wel optreden. In december werd op die manier voorkomen dat een radicale Koeweitse sjeik zou deelnemen aan een conferentie in de Eindhovense moskee.