De wereld van Oleg, een dakloze arbeidsmigrant: ‘Ik wil blijven, dit is mijn land’
met videoEen jaar geleden ontmoette verslaggever Peter Groenendijk arbeidsmigrant Oleg (38). Die sliep in het Rotterdamse Zuiderpark sinds hij zijn baan was verloren. Ze bleven elkaar zien, terwijl Oleg steeds verder afgleed. Dit is zijn verhaal.
Oleg draagt een wit trouwpak. Hij loopt op slippers. Hij brengt zijn wijsvinger naar zijn lippen, terwijl hij de deur van de door de politie afgesloten portiekwoning in Rotterdam opent. ,,Ssst. De buren mogen ons niet horen.”
Binnen is het donker. Met handdoeken en een op straat gevonden Feyenoord-vlag heeft hij de ramen afgedekt. Het ruikt naar stront. Oleg – een magere dertiger met stekeltjeshaar – gaat op de grond zitten en veegt wat vuil van zijn pak, dat hij op straat tussen het afval vond. Het gaat niet goed, zegt hij. ,,Ik weet soms niet meer wat ik droom en wat echt is.” Hij vertelt een wazig verhaal over iemand die hem voortdurend dwarszit. Wie? ,,I can’t explain.’’
Dan roept hij wat in het Russisch, pakt zijn telefoon en opent Google Translate. Laat zijn telefoon zien. Er staat: ‘I want to solve my problems but I don’t know how.’
9 juli
Terug naar juli vorig jaar. Het is zes uur ‘s ochtends, het Rotterdamse Zuiderpark is verlaten. Ik zoek naar Oost-Europese arbeidsmigranten: al een paar keer ben ik op verlaten slaapplekken gestuit, maar de mensen die hier leven, loop ik steeds mis.
Tot die ochtend. Een magere man in een trainingspak haalt met een emmer water uit een sloot. Hij schrikt even, maar wil wel laten zien hoe hij leeft. Hij neemt me mee naar een dichtbebost stuk park. Op twee meter hoogte hangt een oranje zeil tussen de bomen. Daaronder een enorme puinhoop: gereedschap, eetspullen, een accu, stukken fiets. ,,Jullie gooien zoveel mooie dingen weg”, zegt Oleg in gebrekkig Engels.
Hij wil best vertellen hoe hij hier gekomen is – als ik zijn echte naam maar niet in de krant zet, want hij schaamt zich. Hij vertelt hoe hij naar Nederland kwam, een jaar of acht geleden, samen met zijn vriendin. Hun baby bleef bij zijn schoonmoeder in Letland.
Ze begonnen in Wassenaar, waar hij kon werken als orderpicker in een distributiecentrum van Albert Heijn. 1200 euro verdiende hij, en dan kreeg hij er nog een slaapplek bij ook. Later vond hij werk in Rotterdam, en kregen ze onderdak in Charlois. Maar daar liep de relatie stuk.
Het werk werd steeds zwaarder, en de beloning steeds kariger. Zijn laatste baan was in een kippenslachterij, waar hij te horen kreeg dat hij te langzaam was. ,,Er kwamen er teveel van ons. Polen, Bulgaren, alles. Eerst kreeg ik geen eten meer in de pauze. Toen ik protesteerde, zeiden ze: ‘Voor jou hebben we zo een ander.’ En dat was ook zo.”
Tijdens de eerste coronalockdown ging het definitief mis. De kippenslachterij had hem niet meer nodig. En omdat zijn werkgever ook zijn huisvesting regelde, stond hij letterlijk op straat. Daarom slaapt hij nu hier. In de nachtopvang zijn Oost-Europeanen niet welkom: de gemeente vreest een aanzuigende werking.
Het is te doen, zegt hij. ,,Ik ben alleen zo fucking lonely. Er is een groep Polen in het park, maar met mij praten ze niet. En de rest is druk met zichzelf. Wandelaars lopen om me heen, alsof ze bang voor me zijn.”
Toch gaat Oleg niet terug naar Letland. Het is hier goed, en het wordt beter, dat weet hij zeker. ,,Ik ga hier uitkomen.”
22 juli
,,Welcome”, stamelt Oleg. Voor hem staat Richard Moti, de wethouder die de problematiek rond EU-migranten wil aanpakken. Hij wil met eigen ogen zien hoe het dakloze arbeidsmigranten vergaat. Een half uur lang vertelt Oleg in zijn gebroken Engels over zijn werk, de uitzendbureaus die hem lieten vallen, het leven in het park. Moti luistert hoofdschuddend. Dit is het soort misstanden dat hij wil aanpakken.
,,Wat is je droom?”, vraagt Moti dan. Oleg hoeft er niet over na te denken. ,,Een huis en een baan. Ik hou van Nederland, ik wil hier werken.” Moti lacht. ,,Hou vol. Ik hoop dat het gauw beter wordt voor je.”
Maar dat wordt het niet. Een dag na het bezoek staan medewerkers van stadstoezicht voor zijn tent. Ze zijn al vaker geweest om hem te waarschuwen, maar dit keer zijn ze onverbiddelijk: Oleg moet het park uit. En wat hij niet meeneemt, gooien ze weg.
Oleg belt in paniek op. Hij begrijpt het niet. Stond er gisteren niet een belangrijke meneer voor hem, die hem succes wenste? Het blijkt stom toeval: de politie is al langer bezig om slapers uit het Zuiderpark te weren. En nu is hij aan de beurt. De wethouder die hem gisteren bezocht, gaat wel over het lot van EU-migranten, maar niet over daklozenopvang. Dat is een andere wethouder, en die houdt vast aan de regel dat opvang niet voor Oost-Europese daklozen is. Oleg begrijpt het niet. ,,So where do I go now?”
De tekst gaat verder onder de afbeelding.
27 augustus
,,Nice girl”, zegt Oleg. Hij wijst naar een vrouw die voorbij loopt. ,,Ik zie veel mooie vrouwen hier. Ik wil met ze praten. Maar ik heb een verrot gebit, ze hoeven me niet. En waar moet ik ze mee naartoe nemen?”
We zitten op het terras van een viswinkel in Vreewijk. Ik heb net twee broodjes haring gekocht. Het eerste wat hij eet deze week, zegt Oleg. ,,Ik ben leeg. Ik kan niet meer.”
Nadat hij uit het Zuiderpark werd gezet, een maand geleden, vond hij eerst een leegstaand huisje bij Zuidplein. Maar de politie zette hem er na een paar dagen al uit. Even verderop vond hij een leegstaande woning van Vestia, waar medewerkers van de corporatie hem al binnen een dag betrapten. Eén van de Vestia-mensen trekt zich zijn lot aan en probeerde nog iets voor hem te vinden, antikraak desnoods, maar zelfs daarvoor zijn de wachtlijsten enorm.
Maar Oleg vindt steeds opnieuw een plek. In Vreewijk treft hij een rij woningen die net opgeknapt worden. In de tuin staat een schuur waar hij kan slapen, en die hij heeft aangekleed met Feyenoord-spullen die hij op straat vond. Overdag sleutelt hij aan kapotte fietsen die hij op straat vindt. Hij hoopt ze te maken en daarna te verkopen. Maar het schiet niet op.
Oleg kreeg werk aangeboden van een Turk, zegt hij. Containers schoonspuiten. Maar dan moet hij wel een adres hebben, en een beetje schoon op het werk komen. ,,Dus ik moet een huis hebben. Maar hoe vind ik een huis zonder werk?”
Hij speelt met zijn sleutelhanger. ‘Angel’ staat erop. ,,Zo heet mijn dochter.’’ Hij heeft haar al een paar jaar niet gezien, vertelt hij. Ze is nog steeds in Letland en zijn ex neemt niet meer op. Ik vraag waarom hij niet naar huis gaat: dit is toch geen leven? ,,Ik heb daar niks meer. Ja, mijn dochter. Maar haar kan ik niks bieden. Ik wil werken, geld verdienen. Dan durf ik haar weer onder ogen te komen.”
9 september
Oleg belt wel vaker een paar keer achter elkaar, maar nu belt hij wel tien keer. ‘Please call me need you help’, sms’t hij. ‘Call me I M WAITING.’ We zien elkaar een paar uur later op de Groenezoom. Er zit een scheur in zijn lip en een korst op zijn wenkbrauw, zijn linker oogkas is blauw. Hij wil niet zeggen wat er gebeurd is. ,,Just a fight. I’m so hungry.”
We lopen naar een supermarkt, langs het leegstaande huis waar hij de laatste dagen zat. De buurvrouw vond het goed dat hij er introk, maakte zelfs soep voor hem – maar ze waarschuwde al dat de overbuurvrouw de politie wel eens zou kunnen bellen. En die stond gisteren inderdaad op de stoep. Weer moest Oleg eruit.
,,Ik heb honger, mijn beltegoed is weer op’’, zegt Oleg. ,,Ik wilde gisteren stelen, maar ik begon te trillen. Niet omdat ik het verkeerd vind, ik durfde gewoon niet. Maar wat moet ik dan? Mijn fiets is kapot, alles gaat kapot, de hele tijd. Everything is kaputt. Waarom besta ik eigenlijk?”
De politie, die hem steeds tegenkomt, heeft inmiddels contact opgenomen met stichting Ontmoeting, die Oleg al een tijdje probeert te helpen. Maar er blijkt een probleem: Oleg heeft een zogenaamd alien pasport. Het is het document dat inwoners van Letland krijgen die weliswaar geboren Let zijn, maar Russische roots hebben.
Toen Oleg naar Nederland kwam, kreeg hij een burgerservicenummer – maar eigenlijk had dat met dit paspoort niet gemogen. Dat werd jarenlang gedoogd, maar nu niet meer. ,,Met de huidige controles gaat hij nooit aan werk komen’’, zegt een medewerker van de stichting. ,,Hij moet terug, daar een EU-paspoort regelen, dan maakt hij kans. Daar willen we hem bij helpen. Er is werk genoeg.” Maar Oleg weigert. Hij wil niet terug. ,,I will fix it. No problem.”
15 september
,,Ik heb zelfs wifi!” Oleg is dolgelukkig. Via een andere dakloze heeft hij een huis gevonden. In de Polslandstraat, in een portiekflat die op de lijst staat om gesloopt te worden, maar nu nog deels bewoond wordt. Eerst slaapt hij een paar nachten in de kelder, daarna ontdekt hij dat één van de woningen in het portiek gewoon leeg staat, gemeubileerd en al. Er staat een bed, er is warm water. En wifi. De deur kreeg hij zo open. Oleg, die er gewassen ineens een stuk frisser uitziet, barst van de plannen. Hij heeft een laptop op straat gevonden waarmee hij nu op internet kan. ,,Nu kan ik een baan zoeken.”
22 september
Oleg heeft een huisgenoot. Een Pool, die nogal verward overkomt. Ineens stond de man voor zijn neus, zegt Oleg. Het klikt niet, maar de flat is van niemand, dus hij kan hem er moeilijk uitgooien. ,,Hij zegt de hele tijd dat ik stil moet zijn, omdat anders de buren de politie bellen. Maar daarna maakt hij zelf enorme herrie. He’s crazy.”
29 september
Oleg belt. Er is net een vrouw binnengekomen, vertelt hij, en die begon te gillen. ,,Ze zegt dat dit huis van haar is.’’ Ik krijg de vrouw aan de lijn. In paniek vraagt ze wat er aan de hand is, wie die twee mannen in haar huis zijn, en waarom het zo’n puinhoop is. Ik probeer de situatie uit te leggen. ,,Ik ga de politie bellen!’’, roept ze.
Maar dat doet ze niet. Oleg belooft alles op te ruimen, de vrouw accepteert het. Oleg verhuist al zijn spullen naar beneden, naar het souterrain, dat niet meer wordt gebruikt. Hij timmert het raampje op stoephoogte dicht, ruimt de poep op van een Poolse man die er eerder sliep en maakt er zijn huis van.
Maar de weken erop worden zijn berichtjes steeds somberder. In het souterrain is geen daglicht en stromend water. Alleen een lekkende boiler. De puinhoop is bij elk bezoek erger. ‘I lost my purpose...’, sms’t hij op een avond. ‘My life’s purpose... I want it all to end.’
31 oktober
Telefoontje van Oleg: er stond een agent voor de deur, met een brief. ‘Bevel zich onmiddellijk te begeven naar Letland’, staat er. Hij is nu officieel een ongewenste vreemdeling. Dat klinkt gek, want hij komt uit een EU-lidstaat – maar ook dan moet je voldoen aan bepaalde voorwaarden. ‘Betrokkene beschikt niet over een vaste woon- of verblijfplaats’, staat in de brief. ‘Beschikt niet over voldoende middelen van bestaan, namelijk: betrokkene heeft geen geld.’
Twee dagen later belt Oleg vanuit een politiebusje. Hij is opgepakt. Als ik naar het souterrain fiets waar hij de afgelopen weken zat, tref ik een medewerker van de gemeente die de toegang dichttimmert. ,,Er zat een zwerver in, blijkbaar. De buren werden er gek van.”
De politie brengt hem naar het detentiecentrum bij Rotterdam Airport. Daar wacht hij een paar dagen op uitzetting, maar een pro-deo- advocaat weet dat te voorkomen. Na een paar dagen krijgt hij ineens te horen dat hij naar het AZC in Budel moet. Een paar dagen later moet hij op eigen gelegenheid naar het AZC in Ter Apel.
19 november
Sms: ‘Me dont like this place. But no exit. I have no strength any weakness my whole body hurts. I’m sitting in my room, I don’t go anywhere.’
26 november
Oleg mag weg uit het AZC. Hij begrijpt niet waarom, zegt hij. De overheid lijkt zich geen raad met hem te weten. Sms: ‘Good present in the birthday me today 38.’ Met een smiley, zowaar. Hij weet terug te reizen naar Rotterdam, verblijft een paar dagen in een hostel aan de Oude Binnenweg, tot ze ontdekken dat hij geen geld heeft. Een paar weken hoor ik niks van hem. Is Oleg toch uitgezet? De IND kan vanwege privacy geen mededelingen doen.
27 december
Sms: ‘Hi piter merry Christmas. How are you.’ Oleg blijkt weer gewoon in Rotterdam-Zuid te zitten. Ik fiets naar het adres dat hij doorgeeft, aan de Groene Hilledijk. Een complete bovenwoning van vier kamers, zo te zien al lange tijd leeg en niet onderhouden, maar voor Oleg een droomhuis. Er is stromend water en elektriciteit. De kamers zijn verlicht met kerstlampjes die hij op straat heeft gevonden. Ik vraag wat er de afgelopen weken precies gebeurd is, maar dat wil hij niet zeggen. ,,Ik ga hier gezond worden, en dan ga ik werk zoeken. Het is bijna Nieuwjaar, toch? Alles wordt beter.”
6 januari
Oleg heeft een vrouw ontmoet, vertelt hij. Ze is aardig, en wil bij hem komen wonen. Ze is Pools, hij ontmoette haar op straat. Het klikt.
8 januari
De Poolse bleek een vriend te hebben. En die woont nu óók in het huis. Oleg is bang. ,,Ze willen dat ik wegga. Ze wilden gewoon dit huis hebben. Ze zeggen dat ze de politie bellen als ik niet vertrek.”
15 januari
Oleg heeft de deur geforceerd van een pand even verderop, dat ook op renovatie wacht. Daar zit hij nu. Teneergeslagen zit hij op de houten vloer. We zwijgen vooral. Oleg zegt dat hij meestal geen idee meer heeft welke dag het is, of hoe laat het is. Ik vraag met wie hij allemaal nog contact heeft. ,,Met jou”, zegt hij. En verder? ,,Niemand.”
Voor het eerst in maanden vraag ik of het niet beter is als hij terug naar Letland gaat. En voor het eerst zegt hij niet meteen ‘nee’. Hij begint over iets wat in het verleden gebeurd is – een ongeluk, alcohol, een boete die hij niet betaalde. Veel wil hij er niet over kwijt. ,,Ik weet niet wat er gebeurt als ik naar huis ga.”
9 maart
Het is bijna middernacht. Oleg belt en vraagt of ik wat te eten wil brengen. ,,Please come.” Ik ontmoet hem vlakbij Zuidplein, waar hij staat met zijn fiets en zijn aanhanger vol spullen. Hij heeft net een nieuw huis gevonden, zegt hij. ,,Staat leeg. Kan ik zo in.” Ik fiets achter hem aan naar een donker, leeg pand aan de Weimansweg. Er komt alleen wat licht van de lantaarnpaal buiten. ,,Perfect”, zegt Oleg.
14 maart
Sms: ‘I’m in immigration jail.’
Een paar dagen later loopt Oleg in een oud Feyenoord-shirt de bezoekersruimte van het Detentiecentrum Rotterdam in. Er zijn verder alleen twee bewakers. Ik krijg een knuffel. ,,Hello, my friend. Wife, kinder, alles good?”
Vijf maanden nadat hij ongewenst werd verklaard, moet hij nu definitief het land uit. De overheid kan EU-burgers uitzetten als ze een ‘bedreiging voor een fundamenteel belang van de samenleving’ vormen. En dat oordeel lijkt nu over Oleg geveld. Met twee bewakers wordt hij binnenkort naar huis gebracht, is hem verteld. Gisteren heeft hij zijn moeder gebeld, voor het eerst in meer dan een jaar. Hij is welkom.
,,Misschien is het maar beter zo’’, zeg ik. Hij knikt. Ik vraag: ,,Wat ga je doen?” Oleg kijkt op. ,,Een EU-paspoort regelen natuurlijk. En daarna kom ik terug. Om te werken.”
Hij glimlacht. ,,I come back, Peter. This is my country.”
Arbeidsmigranten in Nederland
In Nederland wonen naar schatting enkele honderdduizenden Oost-Europese arbeidsmigranten. Sinds 2007 mogen ze hier zonder arbeidsvergunning wonen en werken. En omdat de lonen in Oost-Europese landen een stuk lager liggen dan in West-Europa, is dat voor veel mensen aantrekkelijk.
Maar ze werken en wonen hier vaak onder slechte omstandigheden. Er wordt al jaren gesproken over een strengere aanpak van werkgevers, uitzendbureaus en huisbazen: zo zou het verboden moeten worden dat werkgevers ook de huisvesting regelen, zodat voorkomen wordt dat iemand na het verlies van zijn werk meteen op straat komt te staan. Ook zou het eenvoudiger moeten worden om werkgevers en huisbazen te vervolgen voor uitbuiting.
Alleen al in Rotterdam wonen officieel 20.000 Oost-Europese arbeidsmigranten, al zijn het er in de praktijk waarschijnlijk een stuk meer. Ze leven vaak onder erbarmelijke omstandigheden en doordat ze vaak met teveel in een huis moeten wonen, of zelfs op straat belanden, ontstaat ook overlast voor andere bewoners.
De gemeente vindt dat de landelijke aanpak te lang duurt en begon vorig jaar met een eigen actieprogramma, onder leiding van wethouder Richard Moti. Doelen: betere registratie, meer hulp aan arbeidsmigranten in de knel en de overlast in de wijken terugdringen. De gemeente maakt zich sterk voor een landelijke aanpak. Het nieuwe kabinet heeft structureel 60 miljoen euro vrijgemaakt, maar nieuwe wetgeving laat waarschijnlijk nog jaren op zich wachten.
Gratis onbeperkt toegang tot Showbytes? Dat kan!
Log in of maak een account aan en mis niks meer van de sterren.Lees Meer
-
PREMIUM
Het harde leven van Oost-Europeanen: ‘We worden minderwaardig behandeld, dat pikken we niet meer’
Ze kwamen voor een beter leven naar Nederland, maar veel Oost-Europeanen belanden in een web van uitbuiting, huisjesmelkers en malafide uitzendbureaus en leven in mensonterende omstandigheden. ‘Dit mag in onze stad niet gebeuren’. -
PREMIUM
PvdA-prominent geschokt na aanhouding partner om witwassen: ‘Grote impact op kinderen’
Eén van de verdachten in het witwasonderzoek rond de geldkantoren van Suri-Change blijkt de echtgenoot van een Barendrechtse oud-wethouder te zijn. Deze PvdA-prominent, die in 2021 nog in de race was voor het landelijke partijvoorzitterschap, is geschokt door de gebeurtenissen: ,,Heeft grote impact op de kinderen.”Barendrecht, Rotterdam -
Hoe uitzendbureaus Oost-Europeanen misbruiken: ‘Het zijn gewoon boeven’
Ze worden vaak aangewezen als de oorzaak van de problemen rond Oost-Europese arbeidsmigranten: de uitzendbureaus. Terecht? ‘Ik voel me soms de personificatie van het kwaad.’ -
PREMIUM
Slechts een derde van de controles op kinderopvang kijkt naar veiligheid
Slechts bij een derde van de controles op de 16.400 kinderopvangen in Nederland wordt gecontroleerd op het veiligheidsbeleid, waaronder het vierogenprincipe. Dat blijkt uit onderzoek van deze krant. Vorige week liet minister Karin van Gennip nog weten aan dat principe te willen vasthouden, ondanks schreeuwende personeelstekorten. -
PREMIUM
‘Ga niet met de hogedrukspuit over het terras met groene aanslag’
Last van algen op tegels, schutting en bloempotten in de tuin? Wacht even met de hogedrukspuit, zegt hovenier Bert Moelee van De Tuinexpert. Hij heeft een betere oplossing.
-
eigen tuin eerst
Plant nu een vlinderstruik in je tuin voor meer bijen en vlinders
Meer vlinders in je tuin? Met een paar vlinderstruiken heb je dat zo voor elkaar. Nu is de ideale tijd om ze te planten. Tuingoeroe Romke van de Kaa heeft een paar mooie exemplaren voor je uitgezocht. -
-
-
PREMIUMEnergierekening
Robert: ‘Afgelopen jaar verbruikten we 21.000 kWh aan stroom en wekten we 18.900 kWh op’
Hoeveel geld besteed jij aan energie in huis? Hoe probeer je de kosten omlaag te brengen? Deze vragen stellen we elke week aan een Nederlander. Vandaag: Robert Schrijvers (53) uit Maria Hoop in Limburg. -
PREMIUMmet video
Uniek experiment met putten moet einde maken aan gruwelijke dood van miljoenen amfibieën
Meer dan een miljoen amfibieën, waaronder héél veel padden, komen elk jaar onnodig aan een gruwelijk einde in putten in onze straten en trottoirs. Door het gladde beton kunnen ze er niet uitklimmen. In Houten wordt gezocht naar een oplossing, met een voor Nederland unieke proef.Houten