Eis: 15 jaar voor moord op Monique Maes

Dat de 47-jarige Deventenaar Bert van der H. vorig jaar maart zijn 45-jarige vriendin Monique Maes om het leven heeft gebracht, staat buiten kijf. Hij heeft de zaak immers bekend. Anders dan de man zelf, die stelt in een opwelling te hebben gehandeld, is de officier van justitie er stellig van overtuigd dat de Deventenaar met voorbedachte rade heeft gehandeld. Dat zou van dit extreme voorbeeld van huiselijk geweld een moord maken. De eis was er maandagmorgen dan ook naar: vijftien jaar cel.

Ook in eerdere relaties was Bert van der H. gewelddadig. De twee waren al eens eerder uit elkaar geweest vanwege dat geweld en het cocaïnegebruik van de man. Kort voor de moord waren de twee weer bij elkaar gekomen. Haar moeder had haar nog ‘op de knieën gesmeekt niet terug te gaan naar die man’. „Hij heeft niet alleen mijn dochter vermoord, maar ook bij mij iets gebroken. Er is me zoveel ontnomen, ik zal nooit meer echt blij kunnen zijn,” had de moeder van Monique Maes op een eerdere zitting in juni verklaard.

De zaak moest toen worden aangehouden. omdat de aanklager niet gerekend had op de gedetailleerde en bekennende verklaring van Bert van der H. die veertien maanden lang had gezwegen. Volgens Van der H. liep een woordenwisseling uit op een fikse ruzie. Toen hij daarbij een klap van de vrouw kreeg, zouden alle stoppen bij hem zijn doorgeslagen. Tijdens de vorige zitting beschreef hij hoe hij zijn vriendin met een sjorband op hun bed had gewurgd. Zo’n daad in opwelling verklaart niet de vijftig striemen die de vrouw op haar rug had. Volgens de aanklaagster is dat geweld vooraf gegaan aan de verwurging.

Voor het rugletsel heeft Van der H. geen verklaring kunnen geven. Het lichaam van de vrouw werd pas de volgende dag gevonden. Volgens Van der H.’s advocaat Arjan Syrier kan het rugletsel zijn ontstaan omdat de vrouw op de harde bedrand heeft gelegen. De advocaat gaat nadrukkelijk uit van doodslag en bepleitte maandag dan ook een lagere straf. „Er is geen enkele aanwijzing voor een vooropgezet plan.” De officier van justitie noemde Van der H.’s verhaal over de uit de hand gelopen ruzie ongeloofwaardig. „Aannemelijker is dat hij geld voor cocaïne nodig had en dat Monique dat niet wilde geven. Daarover hadden ze vaker ruzie. Na haar dood is hij ook meteen met haar pas gaan pinnen en naar zijn vaste drugsdealer gegaan.”

De nabestaanden van Monique Maes willen dat Van der H. een bedrag van 15.000 euro aan smartengeld en vergoeding van de begrafeniskosten aan ze betaalt. Van der H. gebruikte zijn slotwoord niet alleen om zijn spijt te betuigen - „Ik heb verschrikkelijk veel leed toegebracht” - maar ook om te proberen duidelijk te maken dat hij niet zo’n duivel is als het dossier zou laten blijken.

Vonnis op 16 juli.