Vijf vragen over levende kerststal scouting St. Jeroen Bambi

Honderden bezoekers keken tweede kerstdag naar de voorstelling in het scoutinggebouw. Buiten vermaakten kinderen zich op springkussens en de bij dieren. Welpenleider Kees van Gelder zegt dat de kerststal meer dan geslaagd is.

„Dat is in het verleden wel eens gebeurd. Maar de kerststal werd toen op de koopzondag voor kerstmis gehouden. Een tent werd toen beschikbaar gesteld. Daar hoefden we niet voor te betalen. Nu vinden we het scoutingterrein een goede locatie. Hier kunnen we ook laten zien wat we als vereniging nog meer doen. Ook kunnen bezoekers onze blokhut laten zien.”

„Ik denk dat er weinig verschil is. Zo’n duizend bezoekers komen er wel. Die hebben we nu nog niet, maar we zijn nog niet aan het einde van de middag. We gaan door tot vijf uur. Gelukkig speelt het weer nu mee. Het is droog.”

„Nee, we veranderen wel eens iets. Zo waren er vorig jaar enkele alpaca’s. Die zijn er nu niet. Waar ze nu zijn? Ik heb geen idee. Dit jaar zijn er enkele pony’s. Nee, kinderen kunnen er niet op rijden. Het is alleen om naar te kijken.”

„Die ambitie hebben we wel. We hebben meerdere activiteiten. De levende kerststal hoort daar bij. Maar we hebben de levende kerststal ook een keer moeten afblazen. Dat was een paar jaar geleden. We kregen de bezetting niet rond. In totaal hebben we wel veertig personen nodig: twintig kinderen voor de rollen in de levende kerststal en twintig vrijwilligers, die buiten helpen met de activiteiten. Dit jaar kregen we de bezetting wel rond.”

„Het levende kerstverhaal moet laagdrempelig blijven. Iedereen moet het voor niets kunnen zien. Met de verkoop van een hapje en drankje komen we wel uit de kosten. Ook is er nog een fooienpot. Dat levert ook geld op.”