Zandbergen: ‘We hebben nog ijzers in het vuur’

Die gaat verdwijnen omdat uit officieel onderzoek is gebleken dat het niet meer te restaureren is en het in monumentaal opzicht niet van voldoende waarde zou zijn. Berry Zandbergen c.s hebben zich hiertegen altijd verzet.

Berry Zandbergen, voorzitter van de stichting ‘Vischrookerij Van Heerde en Reumer’, die zich met hand en tand verzet tegen de sloop van de rokerij kijkt van de politieke actie voor een nieuw onderzoek, niet op. ‘Van begin af aan hebben we de gemeenteraad en iedereen die het maar weten wilde erop gewezen dat er nog heel veel waardevolle elementen aan het Berk-gebouw zitten. De ijzeren panlatten en de manier waarop het metselwerk is uitgevoerd zijn uniek voor Kampen of zelfs voor Nederland.’

Dat het rijp voor de sloop zou zijn gaat volgens Zandbergen niet op. ‘Dat heeft de gemeente aan zichzelf te wijten. Ze hebben er 51 jaar niets aan gedaan. Bovendien is dit het enige overblijfsel dat nog herinnert aan de geschiedenis van Brunnepe. Als je daarin duikt dan merk je wat voor een uiterst belangrijk gebied dit is geweest: het haventje, de rokerij en de molen, die er vlakbij stond niet te vergeten.



Een tijdje terug kwamen we in het gebied zelfs nog de overblijfselen tegen van de fundamenten van de houtzagersmolen van Zwart, die eind 19e eeuw door brand is verwoest. Dat soort dingen hadden toch minstens beschreven moeten worden.’ De stichting is op dit moment bezig om zich voor te bereiden op een hoger en laatste beroep bij de Raad van State nadat de provincie in een eerder stadium bezwaren van omwonenden en de stichting had afgewezen.



‘Hoe meer je erin duikt, hoe geheimzinniger en duisterder het allemaal wordt. Overal waar je komt stuiten we op dichte deuren en zwijgzaamheid. Het lijkt wel of we in een of andere thriller verzeild zijn geraakt.’ Volgens Zandbergen heeft de stichting nog een aantal ijzers in het vuur, die hij op dit moment liever nog niet prijsgeeft.



De drie fracties hebben vragen gesteld over het nog uit te voeren archeologisch onderzoek. Kunnen ze dat nog verwachten? En wat gaat het college ermee doen als dat van belang lijkt te zijn? Ook zijn ze bijzonder nieuwsgierig waarom de stadsarcheoloog (‘de enige binnen het gemeentelijke apparaat met relevante kennis’) niet is ingeschakeld.

Anders gezegd: het bestemmingplan was onvoldoende onderbouwd en dat zou weleens tot andere conclusies hebben kunnen leiden. ‘Eerst moet je toch die dingen boven water hebben, voordat je een besluit neemt?’