Nieuw protocol voor hulpacties vanuit Urk bij scheepsrampen

Aanleiding voor het opstellen van afspraken over hulpacties zijn twee recente scheepsrampen waar Urker vissers bij betrokken waren. Twee jaar geleden zonk Urker kotter UK-165, ook wel Lummetje genoemd. Twee opvarenden kwamen om het leven.  Begin 2015 ging het mis met de Z85. De Urker kotter voer onder Belgische vlag en verging in Brits water. 

Die ramp toonde aan hoe complex de communicatie soms kan zijn, doordat de schepen onder verschillende vlaggen en in nationale en internationale wateren varen. Als bij een ramp vanuit de Urker samenleving hulp geboden wordt, moet er toestemming gekregen worden van verschillende overheden en instanties voordat er geholpen mag worden.

Door de samenwerking tussen het CTMU, de gemeente Urk, de Nederlandse Kustwacht, de Nationale Politie, het Landelijke Team Onderwaterzoekingen en het dregteam SOAD, kunnen zoekacties snel opgezet en gecoördineerd worden. 

Het CTMU, dat opgericht werd na de ramp met de Lummetje, coördineert de acties van vrijwilligers en schepen bij calamiteiten, in de hoop vermiste personen of schepen te vinden. Vanuit het CTMU kwam het initiatief om afspraken tussen verschillende betrokken instanties vast te leggen in een protocol. 

Volgens Urker wethouder Nathanaël Middelkoop van Economische zaken en Visserij een waardevol protocol: ‘Op Urk hebben velen een persoonlijke ervaring die verband houdt met een calamiteit op zee die henzelf, een familielid, vriend of bekende trof. Deze emotie komt los wanneer er zich een nieuwe situatie voordoet op zee. Dat leidt tot een grote bereidwilligheid te ondersteunen bij zoekacties en dergelijke’, laat de wethouder weten.

‘Het protocol is bedoeld om deze bereidwilligheid en kracht te kanaliseren, zodat daar nog beter en sneller gebruik van gemaakt kan worden. Uiteraard hopen we het protocol nooit nodig te hebben, maar gezien het belang van snelheid van handelen in dergelijke situaties zijn de lijnen vanaf nu helder, mocht zich opnieuw een calamiteit op zee voor doen’, aldus Middelkoop.